Psychologische Taalveiligheid: 9 tips om constructief te blijven (1/3)

Psychologisch Taalveiligheid helpt je om uit de problemen te blijven. Want veilige taalgewoonten zijn niet alleen veilig voor jou, maar voor iedereen in het team. En de grote winst? Hoe veiliger het is, hoe meer risico je kan nemen. Zie het als parachutespringen: hoe beter je instructeur, veiliger het materiaal, beter de training… hoe gevaarlijker de sprong die je kan maken. Spring je mee?

Psychologische Taalveiligheid, hoe vertaal je dat in psychologsch veilige taalgewoonten? Want die taalgewoonten zijn essentieel, zeker nu zo goed als al onze gesprekken online plaatsvinden. Die online gesprekken zijn nog delicater, omdat veel van jouw lichaamstaal buiten het kader van het scherm belandt. We hebben dus snel de neiging om woorden nogal letterlijk te nemen. Om ruzie, pijn en misverstanden te voorkomen, helpt het om risicovolle taal te vervangen door psychologisch veilige taal. In deze serie blogs deel ik graag een lijst met constructieve taalgewoonten met je. Een handleiding voor onze gedeelde psychologische taalveiligheid.

De taalgewoonten die ik in dit artikel benoem, baseer ik op mijn persoonlijke ervaring en op het werk van Marshall Rosenberg. Onlangs las ik Geweldloze Communicatie opnieuw, op zoek naar praktische tips voor het oplossen van conflicten. En weet je? De inhoud van het boek is nog steeds erg actueel. Rosenbergs ideeën zijn relevant in onze huidige samenleving, waarin politieke polarisatie tot lijden leidt. Wat Rosenberg ‘gewelddadige taal’ noemt, drijft mensen uit elkaar. Het polariseert ze in hun afzonderlijke kampen.

De ideeën van Rosenberg zijn ook erg relevant in zelfsturende teams, omdat die teams niet zomaar kunnen vertrouwen op een baas die de conflicten oplost. Verschillende perspectieven verrijken het team, maar alleen als het team ze op een niet-polariserende manier kan oplossen. Daar heb je geen ingewikkelde technieken voor conflictoplossing voor nodig. Psychologisch veilige taalgewoonten helpen je al een heel eind op weg!

Psychologische Taalveiligheid

Veel zinnen die we in het dagelijks leven gebruiken, zijn gewoonten. We denken er niet veel over na en passen ze automatisch toe. Een voorbeeld. Na een frustrerende uitwisseling zucht je: “Alweer! Echt typisch voor haar.” Met die uitspraak maak je een stereotype van de echte persoon. Daarmee maak je het heel moeilijk om nog een oplossing te vinden. Die persoon zit namelijk in het vakje ‘niets mee aan te vangen.’ Deze schijnbaar onschuldige zinnen programmeren jezelf en je omgeving voor onnodige conflicten.

Mijn 9 psychologisch veilige taalgewoonten

Als je je eenmaal bewust bent van de destructieve taalpatronen, kun je ze gaan vervangen door betere patronen. Ik moedig teams altijd aan om elkaar te helpen betere taalpatronen te ontwikkelen. Omdat veel van onze taalgewoonten bestaan uit ‘automatische zinnen’, is het geweldig als iemand je op de hoogte stelt wanneer je ontspoort. Hieronder vind je de lijst met veilige voorschriften waar ik me aan probeer te houden. Ik heb ze voor je verdeeld in de groepen nuance, gevoel en behoeftes.

Agile Scrum banner

Drie praktische tips voor meer nuance in taal

Nuance is de bron van mogelijkheden. In de nuance vind je elkaar sneller. Deze drie tips helpen je om meer nuance in je taal te leggen.

  1. Voeg nuance toe aan absolutismen.
    Absolutismen als ‘altijd’, ‘nooit’, ‘alles’ en ‘geen’ sluiten de deur naar nuance. Dat is een probleem, want nuance is meestal waar de meest creatieve oplossingen te vinden zijn. Ik dwing mezelf om ‘bijna’ toe te voegen aan (bijna) alle absolutismen. Dus zeg nooit: “nooit,” maar zeg: “bijna nooit,” of “zelden.”
  2. Vermijd veralgemeningen.
    Zinnen als: “Mannen zijn gewoon zo” en “Immigranten zullen onze cultuur vernietigen” zullen mensen alleen maar tegen je in het harnas drijven. Generalisatie is een specifiek geval van absolutisme. Spreekwoorden zijn ook een soort veralgemening. Ze kunnen mensen uit elkaar drijven. Stel je bijvoorbeeld voor dat een jongere persoon een conflict heeft met een oudere. Je probeert de jongere persoon te troosten met een generalisatie als: “Och, oude bokken hebben stijve horens.” Daarmee los je het conflict niet op, maar verklein je enkel de kans op een constructieve dialoog tussen de twee. Dus ga liever op zoek naar waardoor ‘de oudere’ wat star overkomt en hoe je hem of haar kan helpen.
  3. Voeg onzekerheid toe aan voorspellingen.
    Een beeld vormen van de toekomst is essentieel bij het ontwikkelen van strategie en tactieken. Er is op zich dus niets mis met voorspellingen. De ellende begint pas wanneer je de voorspellingen te stellig maakt. Dan veranderen ze in self-fulfilling prophecies. Vooral negatieve voorspellingen hebben de neiging om dat te doen. Ik dwing mezelf om ‘waarschijnlijk’ toe te voegen aan voorspellingen. Zelf als ik vrij zeker ben van de zaak. De zin: “Dit kan ik niet.” vervang ik ook door: “Ik kan het nog niet.” Het is tenslotte een goede gewoonte om duidelijk te maken dat voorspellingen meningen zijn. Dus in plaats van te zeggen: “Ze zal nooit op tijd zijn”, zeg je: “Ik verwacht dat ze het niet zal halen.” Het is nog beter als je je er een kans aan toevoegt: “Ik denk dat de kans 90% is dat ze te laat komt.”


Doorpakken met de 3 tips over het psychologisch veilig omgaan met taal en emoties?

Tipje van de sluier: humor, oordelen en het werkwoord ‘voelen’. Nieuwsgierig? Ik deel alles graag met je in dit hieropvolgende blog over Psychologische Taalveiligheid.

Benieuwd naar nog veel meer andere inzichten, tips en theorieën over Psychologische Veiligheid? Volg de online kanalen van Scrum Academy in de themamaand april: bouwen aan vertrouwen.